Waarom zijn veel vrouwen toch zo onzeker?
Natuurlijk, het is mijn werk om het iedere keer weer individueel te onderzoeken als het aan de orde is, de onzekerheid, en iedere keer is het weer een ander verhaal. Maar toch, het is opvallend hoeveel volwassen, goed opgeleide en ervaren vrouwen ontzettend onzeker over zichzelf kunnen zijn. Zeker als ze voor zichzelf willen gaan beginnen (als coach bijvoorbeeld). Er is vaak een heel leven aan voorafgegaan, opgroeien, leren, werken, relaties, gezin stichten en wat al dies meer zij. Maar zodra de grote stap om voor zichzelf te gaan beginnen in zicht komt, dan slaat de twijfel toe.
Verlammende werking
Vragen als: kan ik dat wel, wat gebeurt er als het mislukt, als ik geen werk krijg, geen geld verdien, niemand weet dat ik besta, etc, etc, etc…. hebben dan vaak een verlammende werking en brengen de vrouw ’terug’ in een positie van angst, verlamming om niet te zeggen apathie. Het wonderlijke is dat juist de meeste vrouwen wel van aanpakken weten en dat ze dat ook in de loop van hun leven hebben laten zien. De generaties volwassen vrouwen van nu weten in ieder geval dat ze kansen en de vrijheid hebben om er carrièretechnisch iets van te maken. En lui zijn ze over het algemeen allerminst.
Feminisme en vrouwenstudies
Nu ben ik in in mijn boek Het Spiegelplafond al uit en te na op zoek geweest naar de dieperliggende oorzaken van deze onzekerheid die zeker in feministische literatuur en vrouwenstudies veel onderzocht en beschreven is. Om te beginnen natuurlijk in De Tweede Sekse van Simone de Beauvoir. Maar is de tergende twijfel van nu wel helemaal terug te brengen tot de historische oorzaken van onderdrukking, achterstelling en overheersing van de man?
De happinez-terreur
Er is in ieder geval iets bijgekomen en dat is de happinez-terreur. Met bijbehorende fabeltjes, dwingende teksten over geluk, goeroepraat en te pas en te onpas gebruikte termen als ‘ego’, ‘passie’, ‘hier & nu’, ‘meditatie’, yoga’ en verhalen over lichaam en geest – alles vooral door individuen verteld die het licht hebben gezien en in een oase van zaligheid en geluk het verdere leven uitzitten en hun verhaal uitdragen. Terreur omdat de kracht van de media sowieso al buitensporige proporties aanneemt en dus de beïnvloedbaarheid van mensen erdoor, maar er wordt tegelijkertijd ergens iets consequent uitgeschakeld: het gezonde verstand.
Sinistere samenwerking met het geheugen
Dat is natuurlijk ook een term waarmee je alle kanten op kunt, maar toch. Misschien is de oorzaak van de onzekerheid wel de volstrekte onduidelijkheid over hoe het menselijk wezen in elkaar zit, en hoe het onbewuste bijvoorbeeld werkt. Dat laatste wordt uitvergroot in ideeën over het zelf, dat met overtuigingen en ingesleten gewoonten loopt te zeulen die maar ‘belemmerend’ werken en ‘blokkades’ vormen. Het is een geheimzinnig iets, dat op sinistere wijze met het geheugen samenwerkt en niets liever doet dan dwarsliggen en dwarsbomen. Meditatie schijnt daar iets aan te doen, maar wat moet je met een leeg hoofd?
Boodschappen en verhalen
Een kip-ei verhaal want als je iets wilt gaan doen wat je nog nooit hebt gedaan, dan weet je niet wat het is. Niet echt. Logisch dus. Onwetendheid wordt geïnterpreteerd als ‘angst’ en dan begint de zoektocht naar al die afremmers die dan vaak terug te voeren zijn op opvoeding, achtergrond, cultuur en zo voort. Boodschappen en verhalen die doorklinken, moeders en vaders die nog steeds in hoofden wonen en zeggen wat je – niet – moet doen. Je bent er eigenlijk aan overgeleverd, aan dit ongewisse gebeuren en echt helemaal terughalen waar het allemaal vandaan komt, lukt ook al niet.
Maar… er is een structuur
Nu is er een Franse psychoanalyticus die dat anders zag. Die zag juist dat onbewuste als een kraakheldere structuur waar een mens wat mee kan aanvangen. Jacques Lacan heette hij en hij beweerde dat het onbewuste de structuur van de taal had. Kijk, dat is alweer een stuk helderder. En waar het dan vaak op neerkomt, in de MA-trajecten die ik doe, is dat het schrijven, en het volgen van de talige structuur, niet leidt tot een wirwar van oorzaken en aanleidingen. Maar dat juist het beschrijven daarvan de structuur blootlegt van het mechanisme waardoor onwetendheid wordt omgezet in angst.
Dit is iets anders dan een cognitieve gedragstherapie waarin puur de gedachten (en het gedrag) worden bekeken – dit gaat welzeker om het bestaan van iets buiten ons om. Alleen is het niet vaag en ingewikkeld, maar de taal op zichzelf.