Waar is het grote geheel gebleven?
Dit artikel (best lang) verscheen in 2019 in het online magazine Psychosociaal Digitaal
In het dunne boekje De weg van de mens (waarin eigenlijk alles staat) vertelt Martin Buber over een gesprek tussen een rabbi in gevangenschap die bezoek krijgt van het hoofd van de gendarmerie. Het gaat over de Schrift, en de twee zijn het erover eens: de Schrift is eeuwig en omvat ieder tijdperk, elk geslacht en iedere mens.
En dan komt het.
‘Welnu, spreekt de rabbi, ‘Te allen tijde richt God zich tot elk mens: “Waar ben je in jouw wereld? Zovele van de jou toegemeten jaren en dagen en zijn verstreken, hoever ben je intussen gekomen in jouw wereld?” Zo zegt God bijvoorbeeld: “Zesenveertig jaren heb je geleefd, waar sta je nu?”
‘Waar sta je nu?’ De behoefte aan een waardenstelsel
De vraag raakt je recht in je hart, recht in je diepste wezen. Vooral ook omdat je er geen eenduidig antwoord op kunt geven en gelukkig hoeft dat ook niet altijd. Maar het is wel de vraag waar het in het werk als psychosociaal therapeut om gaat. In hoeverre kan iemand zich oriënteren in zijn of haar leefwereld, waarin er niet zelden van alles speelt waar ook geen directe oplossing of pasklaar antwoord voorhanden is? Therapie is het voeren van gesprekken hierover, of zoals ik het grotendeels doe: het de ander uitnodigen tot het schrijven van diens verhaal. Hoe dat laatste werkt is hier nu niet zo relevant, waar het wel om gaat is de behoefte aan een waardenstelsel van mensen in psychische nood in deze turbulente tijden. Zowel van de therapeut als voor de cliënt.
Kantelpunten in het leven
Want als er momenten van spanningen, twijfel, rouw en verdriet zijn, dan hebben we houvast nodig. Wat is goed en wat is slecht? Hoe verhoud ik me tot wat er gebeurt, tot de ander, tot de samenleving en mijzelf? Welke waarde betekenis geef ik aan hetgeen ik ervaar?
In de wereld van de geestelijke verzorging spreekt men dan van contingentie: kantelpunten in het bestaan waarin men zichzelf vragen stelt over de essentie van het leven en vooral ook de vraag ‘waarom’? Waarom gebeurt dit mij, waarom? Dan verwijst men vooral naar gebeurtenissen die met ziekte en dood te maken hebben, maar in het snelle, moderne leven zijn er eigenlijk veel meer van dergelijke contingenties te ontwaren, denk aan wisselingen in loopbaan, echtscheidingen en het verkeren in verschillende sociale kringen (meer en meer ook wereldwijd) kan ook meer verlies betekenen. Er moet veel verwerkt worden, de veranderingen zijn ingrijpend.
Pleidooi voor religieus denken
‘Mensen ontdekken steeds opnieuw en op steeds nieuwe manieren dat zij hun leven niet kunnen beveiligen, niet kunnen beheersen, niet kunnen maken, en dat zij met dit gegeven n het reine moeten komen,’ aldus Erik Borgman in zijn boek Metamorfosen waarin hij een pleidooi houdt voor niet alleen meer over religie nadenken, maar ook voor meer religieus denken. Wat dat is, valt niet zo makkelijk uit te leggen, maar als je stilstaat bij wat het betekent dat de maakbaarheidsgedachte een illusie is, dan kom je al een aardig eind in de buurt.
Die maakbaarheidsgedachte stamt uit de periode van zowel de Reformatie als de industriële revolutie en de opkomst van de natuurwetenschappen en heeft zich in psychologisch-sociologische zin ontpopt tot de gedachte dat het individu zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen geluk en succes. Was de mens in de zeer lange periode daarvoor nog overgeleverd aan de kosmos als logische orde en was God daarin alomtegenwoordig, in de moderne tijd is de mens vooral een op zichzelf staand indvidu dat zelf een antwoord moet vinden op de vraag: ‘hoe moet ik leven?’
Mislukt in het leven? Eigen schuld!
Het moge duidelijk zijn dat het individualisme dat bepaalt dat men zelf verantwoordelijk voor het eigen geluk en succes ook inhoudt dat je zelf verantwoordelijk bent voor het niet bereiken daarvan. Met alle consequenties van dien, zoals schuld- en schaamtegevoelens, het idee mislukt te zijn en angst, onzekerheid en eenzaamheid. Er is geen houvast, geen leidraad, er is een te nauwe oriëntatie in het leven als dat louter en alleen om het individu draait. Borgman stelt het heel duidelijk: het gaat hier om een collectieve fictie, die over het algemeen niet oplevert wat men beoogt, een gelukkig en vredig leven.
Daarmee is niet gezegd dat het ‘vroeger’ allemaal beter was, de geschiedenis laat anders zien. Maar van identiteitscrises en ontbreken van een moreel referentiekader zoals nu was nauwelijks sprake, als gevolg van het gevoelen dat men deel uitmaakte van een groter geheel, waaraan men in zekere zin ook was overgeleverd, maar dat gold dan ook voor iedereen. Niet voor de een wel, en voor de ander niet.
Autonomie, zelfontplooiing en gelijkheid
Dat houvast vond men traditioneel in de verschillende grote levensbeschouwelijke tradities, zoals het Protestantisme, het Katholicisme, maar ook bijvoorbeeld het Humanisme. De laatste benadrukt waarden als autonomie, zelfontplooiing en gelijkheid en beschouwt menselijke mogelijkheden als positief. De protestant is wat pessimistischer, maar gelooft in de goede afloop als men rekenschap aan God aflegt. En de katholiek is iets optimistischer en minder wantrouwig. We hebben er allemaal wel een beeld van.
Een levensbeschouwing is een waardensysteem dat als leidraad kan dienen in het leven, vooral op het gebied van de moraal en de keuzes die men maakt. Zij bestaat over het algemeen uit drie componenten: een theoretische, over hoe de mens is, hoe God is, wat de oorsprong is, etc. Vervolgens is er een ethiek, dat wil zeggen een centraal waardensysteem. En tenslotte is er het levensgevoel, dat bijvoorbeeld pessimistisch kan zijn, of optimistisch (en alle tussenvormen die je maar kunt bedenken).
New Age is eigenlijk oud, maar zo wordt het nog steeds genoemd
De grenzen tussen de verschillende religies en dus levensbeschouwingen zijn vloeiender geworden. In het verschijnsel van de ‘spiritueel zoekenden’ zien we hoe veel mensen vooral sinds de jaren negentig van de vorige eeuw hun weg proberen te vinden in dat religieuze denken, of liever gezegd in het ervaren. In wetenschappelijke kringen spreekt men nog steeds van New Age.
Momenten van heiligheid en een onttoverde horizon
Dat religieuze denken dat Borgman bedoelt omvat onder meer het kunnen ontwaren van de heiligheid van het leven. Iedere therapeut heeft wel van die momenten ervaren dat er onmiskenbaar sprake is van liefde, van vergeving, aanvaarding, hoop, verzoening en zorgzaamheid. Dat zijn geen rationele zaken die men zelf creëert met een zeker opportunistisch doel voor ogen. Dit soort momenten doen zich voor, ze houden mensen op de been en dat beleven ze als zinvol. Woorden die je tegenwoordig te pas en te onpas leest en hoort in allerlei spirituele richtingen (maar ook in managementtaal): ‘verbinding’ en ‘zingeving’. Het zijn ook die momenten van heiligheid die mensen met elkaar in verbinding brengen, die het leven zin geven.
Het gemis van een referentiekader – egoverlies, gevoelens van vlakte en leegte
De Canadees-Franse filosoof Charles Taylor noemt in dit verband het spiritueel zoeken een soort queeste naar een horizon. De onttoverde horizon van voor de Reformatie, waarna de wereld eigenlijk kleiner is geworden. In die zin dat het ‘gewone leven’ centraal is komen te staan. Het werk, het huwelijk, het gezin, het dagelijks leven. Daarin moet het gebeuren, hierin dient het individu zijn leven vorm te geven wat de moeite waard is geleefd te worden. Met als gevaar dat juist niets te moeite waard is, dat men egoverlies leidt en gevoelens van vlakte en leegte ervaart. Taylor benadrukt hierbij vooral het gemis aan een referentiekader, een levensbeschouwelijk systeem. Niet dat hij van mening is dat we terug in de tijd moeten, maar zijn opdracht is wel om ook in deze tijd de traditionele waarden niet als vergeten te zien, maar in ontwikkeling binnen de context waarin wij leven.
Social media en zelfbenoemde goeroes
Paul Verhaeghe, hoogleraar klinische psychologie, voegt daar in zijn alombejubelde boek Intimiteit nog iets aan toe: social media.
Hij heeft in zijn betoog niet over traditionele levensbeschouwingen, maar wel over het begrip van psychoanalyticus Jacques Lacan: de Ander, En die Ander staat eigenlijk voor dat grotere, kosmische, morele systeem. (Lacan beschrijft het ontbreken daarvan ook als het existentiële gemis aan het ‘in naam van de Vader’, wat je zou kunnen vergelijken met het referentiekader van Charles Taylor.)
Hoe dan ook, Verhaeghe beschrijft een verschuiving van de wijze waarop we onze identiteit ontwikkelen en ervaren. Waren daar eerst vooral de ouders en de cultuur als voorbeelden en voorspiegelingen, nu zijn het vooral de flatscreens.
De impact van digitale informatie
‘Wanneer ik me ziek voel, googel ik mijn symptomen en vind ik meer informatie dan me lief is. Rustig word ik er niet van, meestal neemt mijn angst alleen maar toe. De impact van digitale informatie gaat veel verder dan ziekte en gezondheid. Dezelfde beeldschermen spiegelen ons voor hoe we eruit moeten zien, hoe we mogen genieten, hoe we kunnen omgaan met pijn. Nog een stap verder en ze houden ons voor wie we moeten zijn,’ aldus Verhaeghe.
Hij signaleert vooral het gevaar van het feit dat we ons ongemerkt als eender gaan gedragen, allemaal hetzelfde doen (blije foto’s plaatsen op Facebook), levend in de illusie dat we allemaal individueel bezig zijn. Waar er ooit de Ander was als inspiratie, als levensbeschouwing en moreel systeem dat openlijk en bewust invloed op ons had via opvoeding en onderwijs, daar is nu vooral een digitale en bovenal commerciële Ander die ons woorden en vooral beelden voorhoudt zonder dat we ons daarvan bewust zijn.
Nogmaals de vraag ‘waar sta ik?’
Wat de impact van dit alles op onze zelfbeleving en de vraag ‘waar sta ik?’ heeft is groot, maar nog lang niet duidelijk. Wel zijn er diverse onderzoeken gedaan naar hoe de spiritueel zoekende te werk gaat en daar speelt internet uiteraard een belangrijke rol in. Om het even oneerbiedig te zeggen: het wemelt van de zelfbenoemde goeroes, waarzeggers en zieners, het is natuurlijk ook een groot voordeel dat je zelf een filmpje kunt maken, bewerken en verspreiden zoveel als je wilt.
Helder is dat er een grote groep mensen is dat in ‘iets’ gelooft, maar zich daarom nog niet aan een ietsistisch instituut willen verbinden. Geen dogma’s, geen regels en geen heilige geschriften die blindelings gevolgd moeten worden. Nee, dan liever een eigen ‘patchwork’ of ‘bricolage’ aan religieuze teksten, zo lang het geëmancipeerde individu zelf maar maar de laatste beslissende instantie is.
Narcistisch shoppen of toch een dieper verlangen naar het hogere?
Mooie persoonlijke verhalen hierover zijn te vinden in het boek Flexibel geloven van Manuela Kalsky en Frida Pruim. Een rode draad lijkt daarin de vraag te zijn die Kalsky als volgt formuleert: ‘Dragen waarden uit spirituele tradities bij aan mijn kwaliteit van leven, kunnen ze me troosten, mijn beperkte blik verrijken, inzicht geven, me verder brengen op mijn levenspad?’
En op basis daarvan wordt een selectie gemaakt, die overigens nooit vaststaat. Niet verwonderlijk in een wereld waarin het ‘ik’ nog immer centraal staat en de vraag is dan ook of deze multireligieuzen puur narcistisch aan het shoppen zijn of dat er toch een dieper verlangen naar iets dat boven het dagelijkse achter schuilgaat?
Methodieken, interventies en instrumenten om het leven gelukkiger en vrediger te maken
Als psychosociaal therapeut leef je evenzo goed in deze context, deze moderne hybride wereld waarin alles steeds in verandering is. En dan gaat het misschien niet over levensbeschouwelijke waarden, normen en gedragingen die we de ander meegeven, we gebruiken wel methodieken, interventies en instrumenten om dat leven gelukkiger en vrediger te maken. En ook daarin bestaat een grote variëteit. Een kleine greep uit het aanbod: humortherapie, hypnotherapie, hapnotherapie, familieopstellingen, tekentherapie, contextuele counseling en natuurlijk therapieën gebaseerd op mindfulness.
Als psychosociaal therapeut word je als vanzelf geconfronteerd met het ontbreken, of slechts heel gedeeltelijk aanwezig zijn van een levensbeschouwelijk kader. Het kan de moeite waard zijn om daar vaker bij stil te staan en om het ook te benoemen als dat kan. Juist die bewustwording kan jezelf, en de ander op een interessant spoor zetten, geheel in overeenstemming met dat mooie menselijke verlangen naar iets wat het dagelijks leven overstijgt…
Tot slot
Als je de media mag geloven dan is de combinatie yoga/mindfulness het Ei van Columbus waar het gaat om het bereiken van meer rust, vreugde en innerlijke vrede. Wat de meeste mensen niet weten, en wat er ook niet bij verteld wordt, is dat beide onderdelen zijn van hele grote oosterse levensbeschouwelijke systemen, namelijk het Hindoeïsme en het Boeddhisme. En beide waren (en zijn) gericht op het bereiken van een hogere staat van zijn, liefst het goddelijke. Zijn we dan toch langzaam maar zeker weer op weg naar een iets eenduidiger levensbeschouwing, zonder dat we het weten?
Literatuur
E. Borgman – Metamorfosen. Over religie en moderne cultuur. Klement/Pelckmans 2010
M. Buber – De weg van de mens. Uitgeverij Juwelenschip 2015
J. Doolaard (red.) – Nieuw handboek geestelijke verzorging. Uitgeverij Kok 2006
M. Kalsky en F. Pruim – Flexibel geloven. Zingeving voorbij de grenzen van religies. Uitgeverij Skandalon 2014
A. van Harskamp – Het nieuwe religieuze verlangen. Uitgeverij Kok 2000
P. Heelas – Spiritualities of life. New Age Romanticism and Consumptive Capitalism. Blackwell 2008
C. Taylor – Bronnen van het zelf. Lemniscaat 2011
C. Taylor – Een seculiere tijd. Lemniscaat 2010
P. Verhaeghe – Intimiteit. De Bezige Bij 2018